• Home
  • V1
  • Columns
  • Born in LA, raised in Amsterdam

Born in LA, raised in Amsterdam

Door FashionUnited

bezig met laden...

Scroll down to read more

In 2002 leert Olcay Gulsen socialite en oprichtster van Californisch label SuperTrash,

Ava Riley, kennen. Anno 2009 is SuperTrash voor honderd procent Nederlands en staat Gulsen aan het roer. Wat is er in de tussentijd gebeurd? En wat wil Gulsen met het label bereiken?

Massaproductie is niet de ambitie, alles wordt ‘uit liefde’ gemaakt. Dat is nogal wat als we het hebben over een slordige 600.000 stuks die in 2010 over de toonbank zullen gaan.


Het lijkt onmogelijk: 29 jaar zijn en een miljoenenbedrijf leiden. Maar in het geval van Olcay Gulsen kan het. En ze heeft nog tijd om over haar bedrijf te praten ook. Superrelaxed loopt ze op torenhoge hakken door de grote ruimten van haar kantoor annex showroom in Amsterdam Zuidoost, gaat achter haar bureau zitten en neemt alle tijd voor een gesprek. De hoeveelheid sigaretten (‘Ik ben ontzettend verslaafd aan sigaretten’) is misschien wel het enige teken van het stressy bestaan van de bloedmooie Armeens-Koerdische. Toch is ze deze week maar twee dagen in Amsterdam. Ze vliegt van Stockholm naar Athene, Düsseldorf, Parijs en Barcelona om bij importeurs langs te gaan. Vorige week nog botste ze in New York tegen Marc Jacobs op en nam de gelegenheid ten baat om met hem te lunchen.
Ook in eigen land lijkt Gulsen beroemdheden aan te trekken. In Gordons nieuwe programma, althans, vliegt ze de presentator om de nek en übermodel Janice Dickinson zat afgelopen juli op de eerste rij bij de show van SuperTrash tijdens de Amsterdam International Fashion Week (AIFW). Nee, Gulsen is niet vies van een beetje aandacht. Of, eigenlijk: ze is een rasnetwerker. Samen met het feit dat ze een workaholic is, is dat het ingrediënt dat het succes van deze self made woman en haar bedrijf voor een groot deel verklaart.
De formule van SuperTrash helpt ook natuurlijk. Maar daarover later meer.

Gulsen, die komt uit een gezin van zes kinderen, studeerde personeel en arbeid. Na haar studie zet ze een werving en selectiebureau op dat door haar talent voor netwerken zo goed gaat dat ze met verdiend geld wat merken importeert voor de Nederlandse markt. Als Gulsen in 2002 tijdens de New York Fashion Week socialite en oprichtster van SuperTrash Ava Rily ontmoet, bemachtigt ze de Europese licentie en besluit SuperTrash tot een wereldwijd succes te maken. De combinatie ‘Europe meets States’ blijkt aan te slaan. Eind 2008 - Gulsen heeft haar schaapjes behoorlijk op het droge – besluit ze het jonge, sexy maar sophisticated label volledig in eigen hand te nemen. Sinds begin dit jaar is de Nederlandse mode-entrepreneur voor honderd procent eigenaresse van het in 2001 in Los Angeles opgerichte modelabel. En met succes: SuperTrash wordt inmiddels in meer dan 24 landen verkocht en heeft bijna duizend verkooppunten, waarvan 320 in Nederland. In oktober 2009 introduceerde SuperTrash het shop-in-shop concept Walk in wardrobe in alle filialen van de Bijenkorf. “Dat is de ultieme droom voor iedere vrouw,” legt Gulsen het concept uit. “Laatjes, leren koffers, een gouden trap. Op Bread & Butter vond men het te gek.” Daarnaast heeft het merk de website vernieuwd met een eigen community, blog en webshop. Gulsen zelf twittert af en toe waar ze zich op dat moment bevindt. En of dit allemaal nog niet genoeg is: Tijdens de afgelopen AIFW lanceerde SuperTrash haar eerste brand magazine, een blad waarin de ultieme SuperTrashwereld wordt weergegeven. Een combinatie van de glamourwereld waarin Gulsen zich begeeft, SuperTrash kleding en catwalkfoto’s van andere hoogstaande labels. Een samenwerking met merken die dezelfde visie en filosofie als SuperTrash nastreven. Bang voor concurrentie van die labels is Gulsen niet. “Merken versterken elkaar. Ook in het blad. Het magazine ligt in boetieks die kleding van een hoger niveau verkopen en in chique hotels. Zo communiceren we zonder advertenties wél met de klant.”

Gevraagd naar haar privé-leven zegt de entrepreneur met de Brabantse tongval dat ze daar geen tijd voor heeft. “Geen vriendje, geen hondje, geen katje.” Maar een ijskoningin is ze ook niet. “Zakelijk? Mensen zeggen van wel, maar ik ben niet bikkelhard. Ik blijf een mensenmens, een humanist. ‘Leven en laten leven’ is mijn motto.”
Dat komt terug in de werkwijze van SuperTrash. Gulsen ziet er op toe dat er geen kinderhandje aan de productie van de kleding te pas komt. “Ik zal - als mij dat een kwartje scheelt - daarvoor echt niet afdingen.” Massaproductie is niet de ambitie, alles wordt ‘met liefde’ gemaakt. Dat is nogal wat als we het hebben over een slordige 600.000 stuks die in 2010 over de toonbank zullen gaan. Over de productie maakt Gulsen zich geen zorgen. “We zijn zakelijk en logistiek heel sterk.” En die aantallen zijn nodig voor de formule van SuperTrash. Maar wat is dat dan toch, die formule? “Een designer look-and-feel voor een betaalbare prijs. Je moet niet je hele maandsalaris hoeven inleveren om er mooi uit te zien.” Wat begon als een klein merkje - oprichtster Riley begon het label nog als super high fashion merk, dat meisjesachtige dingen maakte voor celebfriends als Claudia, Naomi en Helena – werd onder leiding van Gulsen al snel commercieel. Toen Gulsen de Europese licentie in handen kreeg wilde ze er dan ook meteen een totaalcollectie van maken. “Een vrouw die SuperTrash koopt moet zich helemaal aan kunnen kleden.” Gulsen had het geluk dat de collecties meteen aansloegen, de productie op hoog tempo kon draaien en de prijzen dus relatief laag konden blijven. Een duidelijk concept: Supertrash staat voor een celebrity lifestyle voor een extreem goede prijs.

Elke werknemer van SuperTrash is tussen de twintig en dertig jaar oud. Gulsen: “We zijn dus allemaal de doelgroep.” Iedereen is goed geïnformeerd, up-to-date. Een designerteam van zes mensen ontwerpt de collecties, maar eindverantwoordelijk voor de stijl is de onderneemster in grote lijnen zelf. SuperTrash bestaat uit basics van jersey en knitwear. Daaromheen items die de laatse fashiontrends weergeven. Silhouetten van grote ontwerpers die we op de catwalk hebben gezien, veel zijde, kleurige prints, korte broekjes, rokjes en leren leggings. En er is altijd keus. “In onze collecties zit altijd een stuk van echt leer en een van namaakleer, zodat klanten kunnen kiezen. Zo is het voor iedereen betaalbaar.”

House of SuperTrash, zoals het bedrijf officieel heet, voert momenteel drie lijnen. The Edge, SuperTrash en jeanslabel STenim, dat vanaf SS10 te verkrijgen zal zijn. Geurkaarsen zijn net gelanceerd. En als het aan de onderneemster ligt blijft het daar niet bij. “Er zijn meer lijnen op komst. Een parfum staat ook nog op mijn lijstje.” Bovendien is onlangs de eerste SuperTrash-winkel in Moskou geopend en zal op 1 december de eerste winkel in Nederland open gaan, in Maastricht. De franchiseonderneming die ook de Tommy Hilfigerwinkels onder zijn hoede heeft, zal daarna de rest van ons land veroveren. In New York is net een internationaal kantoor geopend, SuperTrash USA office. Een grote reclamecampagne moet het label daar onder de aandacht brengen. Nee aan gevoel van commercie ontbreekt het Gulsen niet: ze heeft net een promotiesamenwerking met Philips afgerond en SuperTrash showt op de wintereditie van New York Fashion Week. Het doel is wereldwijd een succesvol merk te worden. En zijzelf? Wat doet Gulsen zelf over tien jaar? “Iets anders. Dit houd ik niet nog tien jaar vol. Als je dat doet, wordt je op een gegeven moment slordig. Het is leuk om een bedrijf op te zetten.” Aanbiedingen om weg te gaan zijn er legio. Maar Gulsen vindt het nog te leuk. Er is nog te veel te doen. Waar het ophoudt weet ze niet. De drive om te slagen in het leven is groot. Dat heeft ook met haar achtergestelde positie als vrouw en allochtoon te maken. “Ik heb altijd drie keer zo hard mijn best gedaan. Het lijkt wel of alles wat ik aanraak verandert in goud. Al gaat er natuurlijk ook wel eens wat mis. Ook ik lig zwetend wakker in bed. Het is niet alleen maar geluk en zaligheid.” Zonde is het wel, als iemand anders het misschien verprutst. “Maar zo gaat dat. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan.”
SuperTrash